Er waren slechts 10% minder stands ( 2760 ipv ruim 3000), maar de gangpaden waren breder, zodat de beurs een veel rustiger indruk maakte. Desalniettemin weer een hele inspirerende Biofach met voor degene die in die internationale sector en beweging zit, een ideale gelegenheid om veel mensen (weer) te spreken, te horen en zien wat er gaande is aan ontwikkelingen en te meten wat de gevoelstemperatuur binnen de sector is.
Om met dat laatste te beginnen, de markt is in zijn geheel wat koortsig, maar het voelt koud aan. Bijna iedereen heeft er last van dat de kosten enorm gestegen zijn, maar de eigen prijzen niet overeenkomstig zijn meegestegen. Hierdoor staan de marges voor veel landbouwbedrijven, maar ook voor handels- en verwerkingsbedrijven behoorlijk onder druk . Bij veel import-exportbedrijven is de marge de afgelopen jaren helemaal naar de containerbedrijven gegaan. Maersk had recordwinsten, Eosta moest gered worden door het investeringsfonds AndersInvest. Bio had en heeft in verhouding meer last van de inflatie (in combinatie met weinig gestegen inkomens) dan gangbaar, doordat met name de ‘light consumers’ van bio vaker kozen voor goedkopere (niet-bio) producten.
De zogenaamd donkergroene consument bleef vanzelfsprekend de keuze voor bio beter trouw, waardoor de bedrijven die zich daarop richten het in de bio-recessie ook beter doen. Maar in Duitsland staat Demeter/biologisch-dynamisch desondanks ook wel onder druk, waarschijnlijk ook omdat het daar niet persé meer een merk voor de natuurvoedingswinkels is, maar ook in de supermarkten ligt.
Toch proef ik bij veel bedrijven en zeker bij de óudgedienden die net als ondergetekende gedurende tientallen jaren wel een paar dipjes in de groeimarkt hebben meegemaakt, dat de ‘bio-recessie’ niet zo lang hoeft te duren. De sector heeft an sich de wind maatschappelijk en daarmee ook politiek en economisch mee en is veerkrachtig is de algemene teneur. Voor sommige productgroepen, zoals industriegroenten betekent dit dat er heel alert gereageerd moet worden. Het areaal krimpt hier en daar wat in, maar het is ook belangrijk om de lijnen met afnemers goed open te houden.
Omschakelen naar biologisch
Er dienen zich nu weinig omschakelaars aan. Dat geldt niet alleen voor Nederland, maar dat is EU-wijd. Gangbare prijzen zijn hoog, vaak niet of weinig lager dan bio. Dus dat stimuleert gangbare boeren niet om nu om te schakelen, maar voor bio boeren is het ook een mooi vangnet. Kun je bepaalde producten bio niet goed kwijt, dan hangt het vangnet van de gangbare markt niet veel lager, waardoor er weinig marge verspeelt wordt en zich ook geen voorraden ophopen.
Nog even een paar marktcijfers, al was het maar om wat munitie te hebben als een collega over bio als niche-markt praat. De omzet bio in voeding was in Duitsland vorig jaar ruim 15 miljard euro, in de hele EU 45 miljard en wereldwijd 125 miljard. Na een sterke groei in de corona-jaren was er in 2022 voor het eerst in lange tijd een dip in de omzet in Duitsland, met 3.5% lagere omzetten in euro’s, ondanks de hogere prijzen.
De cijfers over bio non-food (textiel, huidverzorging, cosmetica, etc) zijn niet zo gemakkelijk te achterhalen, omdat die buiten de wetgeving vallen in de EU en de Verenigde Staten. Op meer dan 600.000 ha wordt biologische katoen geteeld. De 340.000 ton bio katoen (samen met de ‘in omschakeling’ 1,4% van de wereldproductie) levert naar schatting zo’n 20 á 25 miljard euro aan textiel op. Biologisch linnen, gemaakt van vlas, speelt nog een heel bescheiden rol, terwijl daar volgens mij echt wel een markt voor is. Een vergelijkbaar bedrag als bij textiel gaat (naar schatting) om in natuurcosmetica op basis van biologische ingrediënten. Ook daar liggen kansen voor Nederlandse telers. Langzaam maar zeker worden steeds meer non-food sectoren ook steeds meer bio-based.
Kortom bio is en blijft een serieuze markt, maar ‘het gaat even niet vanzelf’ !