In de Veenkoloniën is vrij weinig ervaring met biologische akkerbouw. De gangbare akkerbouw is sterk gericht op fabrieksaardappelen en suikerbieten. Met een bouwplan dat bestaat uit elke twee jaar aardappelen en eens in de vier jaar een graangewas. Daarom is de omschakeling naar biologische teelt met een veelheid aan gewassen een grote stap. Daarbij geldt dalgrond ook nog als een moeilijke grondsoort, waar (zaad)onkruiden gemakkelijk het hele teeltseizoen blijven kiemen.
Inmiddels is er toch een behoorlijke groep biologische akkerbouwbedrijven op zand- en dalgrond in Groningen en Drenthe. Die vormen een actieve studiegroep, ook omdat er veel vragen leven rond de meest optimale biologische teeltmaatregelen op deze grond. Onderzoek op het proefbedrijf leek daarom op zijn plaats. Dat begint nu in het voorjaar van 2020. Er is gekozen voor een proef met strokenteelt in een achtjarige vruchtwisseling:
Fabrieksaardappelen zijn belangrijk in de regio. Omdat verwerking van biologische aardappelen in de (nabije) toekomst een belangrijke drempel weg zou nemen voor omschakeling, is het zinvol hier ook naar de biologische teelt van dit gewas te kijken. Voorlopig gaat het om een proef met circa 5 hectare in 48 stroken gedurende 3 jaren. Er wordt gewerkt aan uitwisseling van voer (stro, ruwvoeder, krachtvoer componenten) en mest met de veehouderij, om dat ook zo goed mogelijk in evenwicht te brengen. Er wordt onderzoek gedaan naar opbrengst en productkwaliteit, ziekten en plagen, bodemkwaliteit en biodiversiteit.